Surinaamse Nasi

Surinaamse Nasi

Nasi Goreng vindt haar oorsprong in Indonesië, maar is ook een veel gegeten gerecht in Suriname. Dat komt door de Javaanse immigranten die nasi meebrachten naar Suriname, waar de bevolking er een eigen variatie op bedacht. Zo ontstond de Surinaamse nasi die wordt bereid met gember, bleekselderij en bouillonblokjes. Je kunt de gebakken rijst met kip serveren, maar ook met ei of garnalen. Kies ervoor om de kip vooraf te marineren of gewoon direct tijdens het nasi maken te gebruiken.

Ingrediënten

• 400g rijst
• 250g kipfilet
• 5 teentjes knoflook
• 1 middelgrote ui
• 1 theelepel garnalenpasta
• 5 plakjes gember
• 3 stengels selderij
• 4 eetlepels sojasaus
• 2 eetlepels ketjap
• 3 bouillonblokjes
• Snufje zout & peper
• Scheut olijfolie

Bereiding Surinaamse nasi
Kook de rijst gaar volgens de instructies op de verpakking en laat het afkoelen. Roer wel af en toe door de rijst om brokken te voorkomen. Ondertussen kun je de kipfilet in reepjes snijden, de ui snipperen en de teentjes knoflook persen. Snijd ook de bleekselderij in dunne plakjes. Verhit daarna wat olijfolie in een koekenpan en voeg de reepjes kipfilet toe aan de pan.

Verkruimel een blokje bouillon boven de kip en laat het vlees binnen enkele minuten gaar bakken. Verwijder uit de pan en laat afkoelen. Doe opnieuw een scheutje olijfolie in de pan en fruit de ui. Voeg de geperste knoflook, trassi, gember en een snufje zwarte peper toe. Roer door elkaar en verkruimel dan de resterende bouillonblokjes.

Roer de rijst erdoor en zorg dat de specerijen goed verdeeld zijn. Giet dan de sojasaus en ketjap erbij, roer goed en zorg dat alle rijstkorrels een lichtbruine kleur krijgen. Als laatste meng je de gesneden selderij erdoor en laat je deze nog even meebakken. Haal dan van het vuur en serveer de Surinaamse nasi eventueel met ei, pindasaus of kroepoek.